De batterij opladen
1. Sluit de lader aan op een stopcontact.
2. Sluit de netvoedingskabel aan op de onderzijde van de communicator.
Zie Fig. Toetsen en aansluitingen, p. 11.
De batterij-
indicator wordt actief. Als de batterij helemaal leeg is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator zichtbaar
wordt.
Tijdens het opladen kan de communicator gewoon worden gebruikt.
3. De batterij-indicator geeft aan wanneer de batterij helemaal is opgeladen. Maak de lader eerst los van het apparaat en
vervolgens van het stopcontact.
Wanneer werking niet meer mogelijk is omdat het batterijniveau te laag is, schakelt het apparaat zichzelf uit. Als de
telefooninterface wordt uitgeschakeld, kan de communicatorinterface nog enige tijd actief blijven.