Het apparaat in- en uitschakelen
1. U schakelt het apparaat in door de aan/uit-toets ingedrukt te houden.
2. Als het apparaat naar een PIN- of beveiligingscode vraagt, voert u de code in en drukt u op
OK
.
3. U schakelt het apparaat uit door de aan/uit-toets ingedrukt te houden.
Tip: Wanneer u de telefoon inschakelt, wordt de SIM-kaartprovider mogelijk herkend en worden de juiste instellingen
voor tekstberichten, multimediaberichten en GPRS automatisch geconfigureerd. Als dat niet het geval is, neemt u
contact op met uw serviceprovider voor de juiste instellingen.
Nadat u de batterij hebt geplaatst, wordt eerst de communicatorinterface opgestart. U kunt de telefoon niet meteen inschakelen
na het plaatsen van de batterij. U moet wachten totdat de communicatorinterface is gestart.
Tip: Als u de batterij hebt geplaatst maar het apparaat start niet op, drukt u op de aan/uit-toets.
De communicatorinterface kan zonder de telefooninterface worden gebruikt wanneer er geen SIM-kaart is geplaatst of wanneer
het profiel
Off line
is geselecteerd.