Toegangscodes
De communicator maakt gebruik van verschillende toegangscodes om onbevoegd gebruik van het apparaat en de SIM-kaart te
voorkomen.
U hebt de volgende toegangscodes nodig:
• PIN- en PIN2-code — The PIN-code (Personal Identification Number) beveiligt de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik en
wordt doorgaans bij de SIM-kaart geleverd. Voor bepaalde functies, zoals die voor het gebruik van vaste nummers, hebt u de
PIN2-code nodig die bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd.
Nadat driemaal achter elkaar een verkeerde PIN-code is ingevoerd, wordt de PIN-code geblokkeerd en moet u de blokkering
opheffen met een PUK-code (Personal Unblocking Key) om ervoor te zorgen dat u de SIM-kaart weer kunt gebruiken. Voor
bepaalde functies, zoals die voor het gebruik van vaste nummers, hebt u de PIN2-code nodig die bij sommige SIM-kaarten
wordt geleverd. Als de codes niet bij de SIM-kaart zijn geleverd, kunt u deze alsnog opvragen bij de serviceprovider van de
SIM-kaart.
• Beveiligingscode — De beveiligingscode beveiligt de communicator tegen onbevoegd gebruik. De code is standaard
ingesteld op 12345. Wijzig de code en houd de nieuwe code geheim. Bewaar de code op een veilige plaats uit de buurt van
de communicator.
• PUK- en PUK2-codes — De PUK-code (Personal Unblocking Key) is nodig om een geblokkeerde PIN-code te wijzigen. De PUK2-
code is nodig om een geblokkeerde PIN2-code te wijzigen. Als de codes niet bij de SIM-kaart zijn geleverd, kunt u deze alsnog
opvragen bij de serviceprovider van de SIM-kaart.
•
Blokkeerwachtwoord
— Het blokkeerwachtwoord is nodig als u Oproepen blokkeren gebruikt.
Zie 'Het blokkeerwachtwoord
wijzigen', p. 76.
Sommige toepassingen van het apparaat werken met wachtwoorden en gebruikersnamen tegen onbevoegd gebruik van
internet en de daarop geboden diensten. Deze wachtwoorden kunnen worden gewijzigd in de instellingen van de toepassingen.