Pagina-instellingen definiëren
Als u de paginagrootte en afdrukrichting wilt wijzigen, drukt u op Menu en selecteert u
Bestand
>
Afdrukken
>
Pagina-
instelling...
. Selecteer het tabblad
Indeling
.
Als u de paginagrootte wilt wijzigen, gaat u naar
Paginaformaat
en selecteert u een nieuwe grootte. Het is overigens mogelijk
dat uw printer niet geschikt is voor alle verschillende opties. De getallen in de velden
Breedte
en
Hoogte
veranderen al naar
gelang de paginagrootte die u selecteert.
Als u een aangepaste paginagrootte wilt definiëren, typt u de gewenste getallen in de velden
Breedte
en
Hoogte
.
Als u de afdrukrichting van de afgedrukte pagina wilt wijzigen, gaat u naar
Afdrukstand
. Voor
Staand
is de waarde voor de
hoogte groter dan voor de breedte. Voor
Liggend
is de waarde voor de breedte groter dan voor de hoogte.
C o n n e c t i v i t e i t
Copyright © 2004-2005 Nokia. All Rights Reserved.
98
Als u de kantlijnen van een pagina wilt definiëren, drukt u op Menu en selecteert u
Bestand
>
Afdrukken
>
Pagina-
instelling...
. Selecteer het tabblad
Marges
, ga naar elk kantlijnveld en typ een getal.
Als u de nieuwe kantlijnen wilt bekijken, sluit u het dialoogvenster
Pagina-instellingen
, drukt u op Menu en selecteert u
Bestand
>
Afdrukken
>
Afdrukvoorbeeld
. Het is mogelijk dat uw printer niet geschikt is voor het afdrukken van documenten
met zeer smalle kantlijnen.
Als u een koptekst voor een pagina wilt definiëren, drukt u op Menu en selecteert u
Bestand
>
Afdrukken
>
Pagina-
instelling...
. Open het tabblad
Koptekst
en voer de tekst voor de koptekst in. Druk op
Invoegen
als u een bestandsnaam, object,
paginanummers, tijd of datum in de koptekst wilt gebruiken.
Als u het uiterlijk van de tekst wilt wijzigen, drukt u op
Opmaak
.
Als u de koptekst dichter naar of verder van de bovenzijde van de pagina wilt verplaatsen, gaat u naar
Afstand vanaf bovenkant
pagina
en typt u een getal. Het is mogelijk dat uw printer niet geschikt is voor het afdrukken van documenten met zeer smalle
kantlijnen.
Als u een voettekst voor een pagina wilt definiëren, drukt u op Menu en selecteert u
Bestand
>
Afdrukken
>
Pagina-
instelling...
. Open het tabblad
Voettekst
en voer de tekst voor de voettekst in. Druk op
Invoegen
als u een bestandsnaam, object,
paginanummers, tijd of datum in de voettekst wilt gebruiken.
Als u het uiterlijk van de tekst wilt wijzigen, drukt u op
Opmaak
.
Als u de voettekst dichter naar of verder van de onderzijde van de pagina wilt verplaatsen, gaat u naar
Afstand vanaf
ondermarge
en typt u een getal.
Als u het nummer voor de eerste pagina wilt selecteren, gaat u naar
Beginnen met nummeren bij
en voert u het nummer in. In
de meeste gevallen begint u met 1 of 0.
Als u de kop- of voettekst wilt uitsluiten van de eerste pagina, gaat u naar
Koptekst op eerste pagina
of
Voettekst op eerste
pagina
, drukt u op
Wijzigen
en selecteert u
Nee
.