Berichten
Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan 160 tekens. Als een bericht langer is dan 160
tekens, wordt het als een reeks van twee of meer berichten verzonden.
Bovenaan in het display wordt de berichtlengte aangegeven, terugtellend vanaf 160. 10/2 betekent bijvoorbeeld dat u nog 10
tekens kunt toevoegen als u de tekst in twee berichten wilt verzenden.
Het gebruik van speciale (Unicode-)tekens zoals ë, â en á kost meer ruimte.
Als uw bericht speciale tekens bevat, wordt de berichtlengte mogelijk niet correct aangegeven. Voordat het bericht wordt
verzonden, krijgt u een melding als het bericht de maximumlengte voor berichten overschrijdt.
Druk op
Menu
en selecteer
Berichten
.
U kunt ook andere berichttypen intoetsen op de communicatorinterface.
Zie 'Berichten', p. 30.
Tijdens het verzenden van berichten kan de communicator de woorden
Bericht is verzonden
weergeven. Hiermee wordt
aangegeven dat het bericht is verzonden naar het nummer van de berichtencentrale dat in de telefoon is geprogrammeerd. Dit
wil dus niet zeggen dat het bericht is aangekomen op de doellocatie. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie over berichtendiensten. Als u een tekstbericht wilt opstellen, selecteert u
Bericht opstellen
en toetst u de berichttekst
in. Als u het bericht wilt verzenden, drukt u op de beltoets of op
Verzend.
en voert u het telefoonnummer van de ontvanger in,
of drukt u op
Zoeken
om het telefoonnummer op te zoeken in de lijst met contacten. Als u op
Opties
drukt tijdens het intoetsen
van het bericht, kunt u het bericht bijvoorbeeld aan verschillende ontvangers sturen of het bericht opslaan voor later gebruik.
Tip: U kunt de editor voor korte berichten openen vanuit de stand-bymodus door op de bladertoets-links te drukken.
Als u de inhoud van een tekstberichtenmap wilt weergeven, selecteert u
Mappen
en selecteert u de gewenste map. Als u een
nieuwe map wilt maken, drukt u op
Opties
in de mappenlijst en selecteert u
Map toevoegen
.
Tip: U kunt de map Postvak IN openen vanuit de stand-bymodus door op de bladertoets-rechts te drukken.
Als u het nummer van uw voicemailbox wilt definiëren of bewerken (netwerkdienst), selecteert u
Spraakberichten
>
Nummer
voicemailbox
. Toets het nummer in of zoek het op in de lijst met contacten. U krijgt het voicemailnummer van uw serviceprovider
of netwerkoperator.
Als u spraakberichten wilt beluisteren (netwerkdienst), selecteert u
Spraakberichten
>
Luisteren naar voicemail
.
Als u een dienstopdracht naar de serviceprovider wilt zenden (netwerkdienst), selecteert u
Dienstopdrachten
. Toets de opdracht
in en druk op de beltoets of op
Verzend.
.